Mondriaan kon niet tegen groen

Gepubliceerd op 22 juni 2023 om 19:40

Welkom bij mijn blog! Vandaag duik ik in de intrigerende relatie tussen Mondriaan en de kleur groen. Ontdek hoe deze invloedrijke kunstenaar zich tijdens zijn carrière steeds verder verwijderde van de natuur en zijn schilderijen los kwamen te staan van de materiële werkelijkheid.

Mondriaan kennen we allemaal, of we nou willen of niet. Zijn zuivere autonome kunst – kunst die nergens naar verwees behalve naar zichzelf – is nu nog te vinden op sneakers, jurken, dekbedden, noem maar op. Ik denk dat hij niet blij zou zijn geweest als hij had geweten dat zijn verheven kunst als decoratie gebruikt zou worden. Maar goed. Ik wil het ergens anders over hebben.

Aan het begin van zijn carrière heeft hij met ontegenzeggelijk plezier vaak in de openlucht gewerkt, waarbij bomen op zijn aandacht konden rekenen. Hij was vaak op het platteland rond Amsterdam te vinden en later op het strand bij Domburg. Eerst werkte hij in de sobere stijl van de Haagse School. Gaandeweg ging hij meer kleur gebruiken, meer abstraheren en stileren, en meerdere technieken toepassen. De zichtbare werkelijkheid bleef heel lang zijn uitgangspunt.

Hoe meer hij zich afkeerde van de zichtbare werkelijkheid, hoe meer hij vervreemdde van de natuur. Hij was dol op wereldsteden en moderne ontwikkelingen als muziek en dansen tot diep in de nacht. Bomen en planten in de stad vervulden hem met nare gevoelens.

Er wordt gezegd dat hij tijdens diners met bekenden vaak van stoel wisselde om maar niet het Bois de Boulogne of het Central Park door het raam te hoeven zien. Er gaat zelfs een verhaal dat een bloem die hij cadeau had gekregen, eerst in witte verf doopte voor hij hem neerzette.

Op een gegeven moment gebruikte hij in zijn schilderijen alleen nog de primaire kleuren rood, blauw en geel, aangevuld met niet-kleuren als grijs, wit en zwart. Juist om geen associatie met ‘de natuur’ te hebben, zodat het kunstwerk in zichzelf van waarde was en alleen naar zichzelf verwees; autonoom en puur.

Van groen was absoluut geen sprake meer: ten eerste omdat dat een complementaire kleur is (een combinatie van blauw en geel) en ten tweede omdat de wereld al groen is en dus deel uitmaakt van de materiële 'lagere' wereld.

Hierboven zie je Tableau I uit 1921. Geen diepte of schaduwen, geen herkenning, geen symmetrie zelfs. Totaal kunstmatig, bedacht door een mens, ver weg van de natuur. Het straalt rust en frisheid uit. Inderdaad: zonder groen.

Het lijkt erop dat hij echt niet meer tegen de natuur en de kleur groen kon. Of was het een bewust staaltje imago- en mythevorming? Of aanstellerij? Of ben ik te wantrouwend?

Ben je geïnteresseerd in kunst en organiseer je activiteiten in een cultureel centrum, een woonzorgcentrum of zorgvilla in de ouderenzorg? Boek dan nu een prikkelende en vermakelijke kunstlezing voor senioren, verzorgd door Heleen Niele.

Klik hier voor meer info over mijn kunstlezingen en boek een lezing

 

[bron o.a. Kunstmuseum Den Haag en artikel Groene Amsterdammer, 9 maart 1994 door Heub Beurskens.]